ProSocial: een weg naar doelgerichte, slagvaardige, zelfsturende, sociaal
duurzame groepen en teams
Naar een model van P. Atkins, D. Sloan Wilson en S.Hayes
Wat is de kern van Prosocial?
ProSocial is een programma dat groepen van allerlei omvang helpt om hun
interesses op één lijn te brengen, hun samenwerking te ondersteunen en hun
gezamenlijke doelen te bereiken.
Het programma maakt gebruik van inzichten uit de evolutionaire wetenschap om te
investeren in de kwaliteit van samenwerking. Hierdoor kunnen groepen doelgericht,
slagvaardig en sociaal duurzaam leren handelen. Zo ontstaan groepen die effectief
samenwerken met elkaar én met groepen in hun omgeving. Deze samenwerking kan
er op gericht zijn om bepaalde concrete doelen te bereiken of prestaties neer te
zetten. Het kan ook gaan om een groep die omwille van hun welzijn en idealen, de
samenwerking inzet om gezamenlijke waarden na te streven of uit te drukken in hun
wijze van (samen)leven.
Waarden-gedreven en gedrag-gericht
ProSocial is een waarden-gedreven benadering. Gezamenlijke gedragen waarden
zijn de basis voor visie, missie en doel. Maar in het programma wordt met name ook
het gedrag geïndentificeerd dat volgens de groepsleden leidt tot het vormgeven aan
het gezamenlijke doel of de reden van bestaan. Dit gedrag wordt vervolgens
gefaciliteerd, gestimuleerd en geborgd in voor en door de groepsleden gemaakte
afspraken.
Het fundament voor de methode wortelt in het (evidenced) gegeven dat
samenwerken door alle betrokken partijen uiteindelijk meer oplevert dan de
opbrengst van onderlinge competitie en eigen gewin. Prosociaal gedrag is gericht op
het welzijn van het individu én dat van de groep. Groepen leren als entiteit te functioneren
en het werken aan het gezamenlijke doel wordt niet aan het toeval overgelaten.
Dit doen zij aan de hand van 8 principes.
8 stappen om sociaal duurzaam doelgericht teamgedrag te bevorderen
Elinor Ostrom, een Nobel-onderscheidde econome, deed onderzoek naar hoe
groepen hun gezamenlijke hulpbronnen zo duurzaam mogelijk beheren. Zij beschrijft
8 voorwaarden die enerzijds ín het individu het egoïstisch, eigengerichte gedrag
terugdringen. Anderzijds bevorderen ze behulpzaam, sociaal duurzaam gedrag ten
behoeve van groepsperformance. Met deze voorwaarden blijft ook de identiteit van
het individu in de groep behouden en is er ruimte voor het floreren van individuele
autonomie. Zo ontstaat een situatie waarin de opbrengst van de investering van het
individu in de gemeenschap in balans is met dat wat de individu van zichzelf
(weg)geeft.
In een ProSocial programma zijn deze 8 voorwaarden vertaald naar 8 principes die
die de groep in een action learning traject met elkaar concreet uitwerken. De
principes geven antwoord op de volgende vragen:
1. Waartoe vormen wij deze groep?
De groepsleden formuleren actief de gezamenlijk gedragen waarden en een
helder gemeenschappelijk doel
2. Hoe gaan wij met elkaar op een billijke manier de investeringen én de
opbrengsten van de groep verdelen?
De groep voert het gesprek over de opvattingen van de groepsleden
betreffende ‘billijkheid’. Is billijk: de verdeling naar inzet en vermogen? Naar
gelijkheid? Of een verdeling op basis van behoeften? Er wordt gewerkt aan
het mindset die tegemoet komt aan de equity-approach.
3. Op welke wijze geven wij vorm aan open en inclusieve besluitvorming?
Door het vergroten van de psychologische flexibiliteit van groepsleden
wordt het mogelijk om een meer inclusieve manier van besluitvorming en de
daarmee samenhangende voordelen te integreren in het groepsproces.
4. Via welke weg willen wij het afgesproken gedrag monitoren?
Door transparant te zijn betreffende intenties en het bijhorend gedrag
zichtbaar te maken kan iedereen het proces en de opbrengsten van de groep
volgen en richten.
5. Welke concrete gedragingen zien wij als bevorderend voor het
gezamenlijke doel en hoe gaan wij die aanmoedigen? Welk gedrag zien
wij als belemmerend voor het gezamenlijke doel en hoe begeleiden of
stoppen we dat?
D.m.v. afspraken over het versterken en faciliteren van gedrag dat bijdraagt
aan het behalen van het gemeenschappelijke doel en het gradueel
ontkrachten van ondermijnend of belemmerend gedrag wordt de daadkracht
en voortgang van de groep gegarandeerd.
6. Hoe lossen wij snel taakgerelateerde conflicten of onderlinge
conflicten van emotionele aard op?
Er worden gezamenlijk duidelijke richtlijnen beschreven waarlangs conflicten
snel opgelost worden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gezonde en
ongezonde meningsverschillen en gebruik gemaakt van tools voor het flexibel
wisselen van perspectief.
7. Hoe zorgen we er met elkaar voor dat we de zeggenschap over ons
zelfsturend vermogen ook daadwerkelijk inzetten en laten uitgroeien?
Het onderkennen van, ruimte maken voor en bespreken van de ongemakken
die groepsleden ervaren wanneer ze zelf de touwtjes in handen nemen en
zichzelf verder empoweren, is een opstap naar het aangaan van het gesprek
met de omgeving die de zeggenschap limiteert.
Met betrekking tot 1 t/m 6 zijn de teams zelfsturend en zelf-formulerend.
8. Hoe willen wij andere groepen volgens de bovengaande principes
tegemoet treden en inspireren?
Aan de hand van deze basiskenmerken bouwt een team de voorwaarden op
die nodig zijn om alle activiteiten te coördineren, gebruik te maken van elkaars
sterke punten en ineffectief gedrag te vermijden. Daarnaast wordt gewerkt aan
het onderhouden van effectieve relaties met andere groepen.
2 onderliggende processen: commitment aan waarden en het aanvaarden van
ongemak
In het programma worden 2 onderliggende parallelle processen onderkend en
uitgewerkt. Welke het eerst of het meest focus krijgt is afhankelijk van de situatie in
de groep en de wensen die er leven.
Op het ene spoor wordt actief gewerkt aan het verkrijgen van inzicht in gezamenlijk
gedragen waarden en/ of een gezamenlijk (hoger) doel van de groep. Het
commitment hieraan wordt gestimuleerd. Dit commitment functioneert als katalysator
voor het individuele verlangen en de gezamenlijke gedrevenheid om de
samenwerking aan te gaan en te onderhouden.
In het andere spoor staat het onderkennen van ongemak centraal. Het functioneren
in een groep confronteert een deelnemer bewust of onbewust altijd met spanning
tussen zorgen voor zichzelf en iets van zichzelf investeren in de groep. Tussen eigen
belang én het belang van de groep als geheel. Wanneer 1 van deze belangen de
overhand neemt in de ervaring van een individu, dan zal een risico op ontwrichting
ontstaan. Voor het individu of van de groep. Dit kan leiden tot zich onttrekken aan de
groep, burn-out, klaaggedrag, verborgen of openlijke conflicten, roddelen, het proces
traineren, elkaar vermijden, vergoelijken, uit elkaar drijven, bezig zijn met bijzaken
etc. Maar uiteindelijk het verlies van daadkracht, focus én vitaliteit.
Het balanceren tussen zorgen voor jezelf en iets investeren in het gezamenlijke doel
gaat gepaard met ongemak. Dat ongemak is een gegeven. Het ongemak van
groepsleden zal worden versterkt naarmate de missie van de groep zich meer richt
op beïnvloeding van de omgeving. Dezelfde processen als die binnen een groep
spelen ook tussen groepen.
Onderzoek wijst uit dat hoe meer het ongemak een erkende plek heeft in een groep
des te meer flexibel de groep wordt. Deze psychologische flexibiliteit wordt
aangeleerd via vaardigheden uit ACT. Dit draagt niet alleen bij tot meer vreugde en
voldoening bij de deelnemers, het versterkt ook de positie de van de groep en de
voortgang.
Kenmerkend van deze twee parallelle processen is dat er aan beiden, gedurende het
bestaan van de groep, geen afronding of einde komt.
3 evolutionaire componenten voor een succes van ProSocial
Uit onderzoek blijkt dat evolutionair succes drie componenten omvat:
Variatie; een diversiteit aan mogelijkheden en keuzen is van belang om tot de
best mogelijke volgende stap of vorm te komen
Selectie; de keuze voor de beste variant wordt bewust of onbewust gemaakt
Vasthouden en doorgeven; door zorg te dragen voor de keuze en deze
consequent te omarmen blijft het beste in stand.
Deze componenten komen als volgt terug in ProSocial:
Variatie
We hebben geen controle over onze gedachten en emoties. Niet individueel en ook
niet in een team. We hebben in beide gevallen ook de neiging tot rigide automatisch
gedrag waarmee we proberen lastige gevoelens en gedachten te vermijden of te
controleren. Met ACT bevorderen we psychologische flexibiliteit. Hierdoor ontstaat
ruimte voor nieuwe perspectieven, variatie in mogelijkheden en keuzes in gedrag.
Selectie
Op basis van met elkaar besproken en vastgestelde waarden worden bewuste
keuzes gemaakt voor gedrag.
Vasthouden en doorgeven
Door afspraken te maken en elkaar daar aan te houden wordt het gedrag een
gewoonte binnen een team en tussen teams